Rondreis Noorwegen met kinderen in 10 hoogtepunten

5
1093

Soms komen lezers van KidsErOpUit met de prachtigste vakantieverhalen. Wij vinden het erg leuk om deze met jullie te delen, zeker als ze over zo’n mooi land als Noorwegen gaan. Blogger Annemiek laat je de 10 hoogtepunten zien van deze rondreis Noorwegen met kinderen. Ga er even voor zitten en geniet van dit heerlijke reisverslag. Wedden dat jij daarna ook naar Noorwegen wil met je gezin?

Dit artikel verscheen voor het eerst in 2017 en werd herschreven en geupdate in 2024

Volledige rondreis Noorwegen met kinderen boeken? Dit zijn onze favoriete reisbureaus:

TUI
ANWB Vakanties
SNP Natuurreizen
De Jong Intra Vakanties
Nordic.nl

Rondreis Noorwegen met kinderen

Een rondreis Noorwegen met kinderen komt misschien niet als eerste in je op als je nadenkt over een zomervakantie. Duur, koud, weinig pretparken en zwembaden… Nu kloppen die eerste gedachten wel, maar gelukkig zijn er zoveel andere dingen die een vakantie in Noorwegen onvergetelijk maken! Het is een land waar je na iedere bocht (en dat zijn er héél veel) weer totaal nieuwe avonturen kan ontdekken. Onze vakantie was zo’n groot avontuur. En ja, we hebben koude en natte dagen gehad, maar daarvoor neem je een extra jas en trui mee. En die prijzen? Als je een beetje oplet in de supermarkt kun je best besparen. En uiteindelijk is je uitzicht gratis. Laten we nou juist dáár verliefd op zijn geworden.

Rondreis ‘Grethe’ van Buro Scanbrit

Omdat we nooit eerder in Noorwegen zijn geweest en we graag van alles willen zien, boeken we een rondreis van Buro Scanbrit. Dit reisbureau biedt veel rondreizen aan door Scandinavië en Groot Brittannië en heeft een grote database aan accommodaties. Op hun website kun je eenvoudig je wensen invoeren en dan attenderen zij je op de mogelijkheden. We kiezen voor een rondreis langs kampeerhutten, hyttes, omdat we geen zin hebben om iedere keer onze tent op te zetten en weer af te breken.

Rondreis noorwegen met kinderen 'Grethe' van Buro Scanbrit (afbeelding: Buro Scanbrit).
Rondreis ‘Grethe’ van Buro Scanbrit (afbeelding: Buro Scanbrit).

De rondreis Grethe brengt ons in 18 dagen met onze eigen auto langs nationale parken en de bekende fjorden. De reis is inclusief ferry en overnachting aan boord op de heenreis. Op de terugreis kiezen we liever voor een kortere overtocht naar Denemarken, zodat we nog tijd hebben voor een bezoek aan Legoland. Deze aanpassing wordt probleemloos doorgevoerd door Scanbrit en blijkt ook nog iets goedkoper. Ook reserveren we alvast de maaltijden aan boord tijdens de heenweg. Top!

10 hoogtepunten tijdens rondreis Noorwegen met kinderen

Een paar weken voor vertrek krijgen we de reispapieren: een boekje met tips en de route, een wegenkaart en een reisgids. Nu gaat de voorpret echt beginnen. Ook L. (10 jaar) en F. (8 jaar) worden steeds enthousiaster als we bespreken wat de plannen zijn voor onze rondreis Noorwegen met kinderen. We kijken op de kaart waar alles ligt, leren de namen van de nationale parken uit ons hoofd, bekijken foto’s in boekjes en op websites en proberen te onthouden wat we allemaal willen doen. We tellen de dagen af, we zijn er helemaal klaar voor.

Hoogtepunt 1: De bootreis Kiel-Göteborg

De dag van vertrek moeten we al vroeg op. Vanuit het diepe zuiden van ons land moeten we naar Kiel, in het noorden van Duitsland, bijna 600 kilometer. Er is veel file onderweg en even zijn we bang dat we de boot gaan missen. Maar gelukkig zijn we nog op tijd en kunnen we vrij vlot de boot op. We hebben een kleine tas apart ingepakt, zodat we niet met van alles hoeven te sjouwen. De kinderen pakken hun knuffels en dan stappen we de lift in. Inderdaad… een lift op een boot! De boot is gigantisch. Even zijn we bang om te verdwalen maar al snel blijkt dat het allemaal best overzichtelijk is. We lopen wat rond, kijken onze ogen uit en informeren hoe laat we kunnen eten. De mevrouw van het restaurant reserveert een tafel bij het raam. Tussendoor spelen de kinderen op het bovendek. De helikopterlandingsplek is ideaal voor een rondje tikkertje. Heerlijk na zo’n hele dag in de auto.

Benieuwd naar de tarieven en beschikbaarheid van deze overtocht? Die staan hier

Het restaurant blijkt een buffet te hebben, waar je kunt pakken wat je wil. Er is genoeg keuze, zowel vis als vlees, brood en salade, warm en koud, kaas, taart en ijs. Ook het drinken is inbegrepen en dat is wel prettig aangezien in de bar de drankjes behoorlijk aan de prijs zijn. F. vult zijn bord met alle soorten brood en crackers die hij kan vinden en wat sla en Zweedse gehaktballetjes. L. durft voor vis te kiezen maar eet ook van de gehaktballetjes. En natuurlijk zorgen ze ieder voor een behoorlijk nagerecht. Tijdens het eten, met uitzicht op zee, beseffen we dat de reis echt begonnen is. Na het eten gaan we even het dek op en genieten van een prachtige zonsondergang. Deze vakantie kan nu al niet meer stuk!

De keuze van het buffet. Er is voor ieder wat wils.
De keuze van het buffet. Er is voor ieder wat wils.
Kijken naar de zonsondergang.
Kijken naar de zonsondergang.

We hebben een kleine hut gereserveerd, bestaande uit twee stapelbedden, een minibadkamer en een tafel met 2 stoelen. Ieniemienie, maar omdat we er echt alleen maar douchen en slapen, is het groot genoeg. We slapen heerlijk en hebben weinig last van het geschommel van de boot.

’s Morgens worden we gewekt door de intercom waar in alle talen wordt verteld dat het restaurant bijna open gaat en hoe laat we aankomen. We kleden ons aan en gaan weer naar het restaurant, waar het buffet dit keer gevuld is met ontbijtlekkernijen. Ook nu kaas, vlees, vis, maar ook warme gerechten zoals eieren en pannenkoeken. Er is fruit, yoghurt, gebak en natuurlijk melk, sap, koffie en thee. We eten ons buikje vol en gaan weer naar het dek om te zien hoe de boot de haven binnenvaart. Opnieuw wordt in alle talen van alles omgeroepen en we begrijpen dat we naar de auto kunnen gaan, dus dat doen we dan maar. Het uitrijden gaat heel soepel en we rijden zo de snelweg op richting Oslo. Maar eerst nog even genieten van het besef dat we in Zweden zijn.

 
Een zusje van onze boot.
Een zusje van onze boot.

Hoogtepunt 2: Overnachten in hyttes

Het allerleukste is toch wel het slapen in hyttes, boven in een stapelbed. De huisjes geven je een knus en huiselijk gevoel. We overnachten steeds 3 nachten op één plek en gaan dan weer verder naar de volgende. Steeds weer de verrassing wat voor hytte het zou zijn. Groot? Klein? Traditioneel? Is er een tafel? En een veranda? Wie slaapt waar? De kinderen hebben hun eigen afspraken over wie waar slaapt en installeren kussens en knuffels in hun eigen bed. Als ouders is het even wennen dat je niet standaard in een tweepersoonsbed ligt, maar veelal apart in een stapelbed. Uitzonderingen waren er echter óók: de kleinste hytte had namelijk wél een tweepersoonsbed. Ook hebben alle hyttes een elektrisch kacheltje en dat blijkt (ook in augustus) geen overbodige luxe.

Overnachten in Bismo.
Overnachten in Bismo.

Na inspectie van de hytte wordt de camping verkend: is er een speeltuin? Zijn er andere (Nederlandse) kinderen? Is er water? Waar is de wc? Hoeveel moet je betalen voor de douche? In een paar minuten is het allemaal duidelijk en brengen de kinderen verslag uit. Muntjes voor de douche worden apart gelegd en één keer hebben we ook muntjes om af te wassen nodig.

Vooraf is ons verteld dat we zelf voor de zekerheid kookgerei mee zouden nemen, omdat niet alle hyttes zijn uitgerust met pannen, borden en bestek. Omdat we tentkampeerder zijn, hebben we alles maar meegenomen, inclusief gasbranders, en dat was niet voor niets. Ja, je moet het ook allemaal meesjouwen, maar koken met je eigen spullen is toch net even wat prettiger.

De was moet ook worden gedaan, dit keer in Voringfossen.
De was moet ook worden gedaan, dit keer in Voringfossen.
Onze hytte op camping Flateland nabij Valle. Op het dak groeit gras.
Onze hytte op camping Flateland nabij Valle. Op het dak groeit gras.

Hoogtepunt 3: Pannenkoeken eten in een soort pop-up-schuurtje in de Middle of Nowhere

Vanuit onze camping in Leira (Strandheim Hyttetun, vlakbij Fagerness) besluiten we een rondje te rijden langs het wintersportdorp Beitostølen en over een kiezelweg via Vang weer naar ‘huis’.

In Beitostølen maken we eerst een wandeling door het aangrenzende natuurgebied. Het waait hard maar de zon maakt het nog best aangenaam. We klimmen op advies van de plaatselijke VVV-meneer langs een pad omhoog en komen uit op een glooiend stuk met prachtig uitzicht over Jotunheimen, wat zoiets betekent als het huis van de reuzen. We maken kennis met de typische begroeiing, het zompige mos en zien de eerste steenmannen. Dit zijn stapels van stenen die door wandelaar worden gemaakt. Sommige zijn wat rommelig, maar we zien ook prachtige steenmannen die kaarsrecht omhoog steken.

Wandelen bij Beitostolen.
Wandelen bij Beitostolen.
Steenman bij Jotunheimen.
Steenman bij Jotunheimen.

Op de terugweg naar de auto komen we langs enkele attracties voor kinderen, zoals trampolines en een mini parcours. En er is een afdaling voor skelters. In de winter kun je hier prima skiën en in de zomer willen ze blijkbaar ook graag iets verdienen. F. kijkt zijn ogen uit en wil ook, maar helaas… zijn lengte laat het niet toe. En eigenlijk zijn we ook niet op zoek naar dit type vertier.

We besluiten de tips van Buro Scanbrit op te volgen en rijden een onverharde tolweg, de Slettefjellsveien, in die ons naar een prachtige plek brengt. Daar, midden in de ruige, stenige heuvels, met in de verte een helderblauw meer, ligt een houten schuur, het Mugnetind Kafe. De schuur is half open, er staat een ketel op een groot vuur en een jonge vrouw staat aan een primitief fornuis in kleinere pannen te roeren. De schuur heeft aan één kant een enorm raam met uitzicht op het meer en de grijs-groene rotsen. Er staan een paar tafels en banken, de haard brandt, er liggen dekens. Blijkbaar kan het hier koud zijn, ook in de zomer. We besluiten plaats te nemen bij het raam en kijken onze ogen uit. Op een bord staat het menu geschreven en we puzzelen wat het allemaal zal zijn. We besluiten te kiezen voor het familie-menu, iets met sap, koffie en koek. Binnen een paar minuten krijgen we inderdaad sap (van verse bessen uit de directe omgeving van de schuur), koffie en pannenkoeken met jam, siroop en room. Alles smaakt anders dan thuis, maar het is allemaal even lekker. We beseffen dat dit een fantastische en unieke plek op aarde is.

Het Mugnetind Kafe.
Het Mugnetind Kafe.

De vrouw vertelt ons dat ze in de grote ketel kaas aan het maken is. Dat gaat duidelijk anders dan bij ons en als ze ons de kaas laat proeven blijkt ook dat de kaas heel anders uitziet en smaakt als bij ons. Het is een soort toffee-bruine, zachtere kaas waar je wel met een schaaf plakken van kunt snijden. De smaak is bijzonder, anders dan verwacht en we besluiten om in Noorwegen maar geen kaas te kopen en te wachten tot we weer thuis zijn…

Faas vindt het ook geweldig om zelf foto's te maken.
F. vindt het ook geweldig om zelf foto’s te maken.

Hoogtepunt 4: Bootsafari over het Geirangerfjord

Als je Noorwegen bent, wil je de fjorden zien. Maar wat doe je als je van iedereen hoort dat de boottrips op die fjorden uiteindelijk best saai zijn, vooral voor kinderen? Dan ga je een bootsafari maken. Je kunt vooraf reserveren en dat wordt eigenlijk ook aangeraden, zeker in de periode dat er veel vakantiegangers zijn. Omdat het weer niet alle dagen meezit, moet je vooraf duimen voor goed weer en heb je gereserveerd op een regenachtige dag, dan is dat misschien een teleurstelling. Omdat we verschillende fjorden bezoeken waar je een fjordsafari kunt maken, besluiten we niets te reserveren en het weerbericht in de gaten te houden. En te gokken op een plekje op een boot.

Zicht op het Geirangerfjord.
Zicht op het Geirangerfjord.

Op de dag dat we naar Geiranger vertrekken is het bewolkt maar niet koud. We genieten van de route en tellen de haarspeldbochten die ons naar beneden naar het dorp leiden. Onderweg zien we van alles de steile weg omhoog rijden: veel auto’s, maar ook campers, motoren, enorme caravans en ook touringcars. Stapvoets rijden we de bochten door, uitkijken naar onze tegenliggers. Beneden in het dorp is één grote parkeerplaats. Het is even wachten op een plekje maar je kunt er gratis staan zolang je maar wil. We lopen naar het boekingskantoortje en daar blijkt dat we geluk hebben. Om twee uur is er nog plek op de boot. Yes, het gaat lukken!

In de tussentijd eten we wat en drinken we op een terras koffie en appelsap. Natuurlijk bezoeken we de souvenirwinkeltjes waar we steeds weer hetzelfde zien: trollen, vikingen, mutsen, handschoenen, dat soort dingen. We overwegen een kaasschaaf in de vorm van een eland te kopen maar stellen het nog even uit. Misschien later een keer. De kinderen krijgen geen genoeg van deze winkeltjes en wij verlekkeren ons aan de prachtige Noorse truien.

Dan is het bijna twee uur en lopen naar de verzamelplek. Een mevrouw haalt ons op en samen met acht anderen gaan we naar de loods waar de speciale overalls hangen die je beschermen tegen opspattend water. Ook krijgen we een beschermbril en een reddingsvest aan. Een sterk marsmannetjesgevoel overheerst. We vervolgen de route richting boot en worden opgewacht door een stoere schipper met lang, warrig haar die al duidelijk wat uurtjes op het water heeft gezeten. Hij helpt ons aan boord en geeft enkele veiligheidsinstructies. Van binnen begint het te kriebelen… zou het hard gaan? Dan varen we pruttelend de haven uit en kijkt Faas me vragend aan: Is het dit? Gaan we niet harder? Ik zie de teleurstelling in zijn gezicht.

Met z'n allen in een speedboat.
Met z’n allen in een speedboat.

Als we even verderop buiten het zicht van de haven zijn, zet de schipper zijn voet op het gaspedaal en schieten we vooruit. De ogen van F. schitteren: wauw, wat is dit gaaf! Ook L. glimt van plezier. Meestal heeft ze het niet zo op snelheid, maar dit is wel even wat anders. We scheren over het water, maken scherpe bochten en stuiteren over de golven die door andere schepen worden gemaakt. Tussendoor varen we vlak langs de bekende watervallen, de Bruidssluier en de Zeven Zusters. We voelen de spetters en kijken recht omhoog naar waar het water vandaan komt. Ook worden we gewezen op de hooggelegen bergboerderijen waar je via smalle wandelpaden naartoe kunt hiken. De rit duurt ongeveer een uur en de tijd vliegt voorbij. Op de terugweg zorgt de schipper nog voor wat extra sensatie. Hij zoekt de hoge golven en stuiterend varen we terug. Aangekomen in Geiranger staan we alle vier te shaken van de adrenaline. Wat was dit een gave ervaring!

De Zeven Zusters vanaf een afstandje.
De Zeven Zusters vanaf een afstandje.
De Bruidssluier van dichtbij.
De Bruidssluier van dichtbij.
En helaas weer terug naar het dorp Geiranger.
En helaas weer terug naar het dorp Geiranger.

Hoogtepunt 5: Zwemmen naast een waterval

Zwembaden zijn er niet veel in Noorwegen. Wel zijn er volop strandjes bij de meren en rivieren en natuurlijk langs de kustlijn. In het informatiegidsje van ScanBrit worden we geattendeerd op een zwembad dat is aangelegd in de beddingen van een snelstromende rivier. Onderweg naar Geiranger rijden we er al langs en als de dag erna de zon een beetje doorkomt besluiten we de middag te besteden aan een zwempartij.

Bij de Dønfoss waterval ligt een camping en de eigenaar heeft het zwembad zo gemaakt dat het lijkt alsof je deels in de rivier zwemt. Langs het zwemwater loopt een verhoogd pad dat een prachtig uitzicht geeft over het dal, de rivier en de waterval. Het zwembad is alles behalve traditioneel. Omdat alleen de kinderen gaan zwemmen (wij ouders vonden het véél te koud…) hoeven ook alleen de kinderen toegang te betalen. Omkleden kan in een houten hokje, maar omdat het niet druk is, volstaat een hooggehouden handdoek ook.

De snelstromende rivier waaraan het zwembad grenst.
De snelstromende rivier waaraan het zwembad grenst.
Prachtig aangelegd zwembad op de rotsen van de rivier.
Prachtig aangelegd zwembad op de rotsen van de rivier.

Onze bikkels kijken nog even de kat uit de boom maar durven dan toch het water in. Maar het is koud! Van verwarmd water, zoals werd aangegeven in de folder, lijkt geen sprake. Jammergenoeg is de zon ineens weg en dat maakt het toch allemaal wat frisjes. De kinderen springen een paar keer, treuzelen wat aan de waterkant en willen weer aankleden. Ondanks het avontuur is het toch echt te koud om te blijven zwemmen. Dan begint het ook te druppelen en besluiten we in het restaurantje wat te gaan drinken.

Hoogtepunt 6: Weg nummer 55 van Lom naar Balestrand, langs gletsjers en fjorden

Op de app van VisitNorway.com word je geattendeerd op de National Tourist Routes, de mooiste routes door Noorwegen. We rijden deze vakantie over de Hardangervidda, Valdresflya, Hardanger Gaularfjellet en de Sognefjellet. Die laatste laat ons zoveel verschillende landschappen zien, dat het onze topper is.

We vertrekken van onze camping in Bismo (Camping Bispen) en rijden naar onze camping in Balestrand (Camping Sjøtun). De kortste weg is ruim 200 kilometer en omdat je steeds niet harder dan 60-70 kilometer per uur rijdt, besluiten we de kortste weg te nemen. Dat is weg nummer 55, die het eerste deel is aangeduid met de naam Jotunheimvegen en later met Sognefjellvejen. Het eerste deel van de weg klimmen we langzaamaan omhoog, zonder al te veel bochten. Het is een bewolkte, koude dag en de thermometer geeft zo’n 5-7 graden aan. Er hangen wolken tegen de bergtoppen en dat maakt het uitzicht woest maar prachtig. We komen steeds dichter bij de toppen en zien steeds meer sneeuw.

Bij de Fantesteinen lag nog volop sneeuw.
Bij de Fantesteinen lag nog volop sneeuw.
Gletsjer nabij Fantesteinen.
Gletsjer nabij Fantesteinen.

Bij de Fantesteinen, het hoogste punt van de weg, stappen we uit. Dit is een bijna magische plek met sneeuw die half gesmolten over het water hangt en vlakbij de uiteinden van een gletsjer. Maar het is er ook héél erg koud en we besluiten een klein stukje verder te rijden en te pauzeren bij de Sognefjell Turisthytte, een markant houten gebouw waar je ook kunt overnachten. De koffie staat klaar en ondanks de kou kiezen de kinderen een ijsje. We nemen plaats in de zachte stoelen en nemen het gebouw in ons op. Véél houten balken, kiezel op de grond die schuin afloopt naar de vorm van de berg waar het gebouw op staat. Ondank de kou buiten is het behaaglijk binnen.

De Sognefjell Turisthytte is een prachtige plek voor pauze.
De Sognefjell Turisthytte is een prachtige plek voor pauze

We rijden verder over weg 55 en dalen via enkele haarspeldbochten af naar het Lustrafjord, een uitloper van het Sognefjord. Hoe anders is het landschap nu: groen, zacht en lief, ondanks de wolken die nog steeds laag hangen. We rijden door kleine dorpjes en vlak langs het water. We besluiten hier later nog een keer terug te komen. Niet alleen voor het prachtige landschap, maar ook omdat de beroemde gletsjer, de Jostedalsbreen, er vlak naast ligt. Jammer genoeg hebben we geen tijd hier een bezoek aan te brengen. Dat wordt dus terugkomen.

 

Het Lustrafjord gezien vanuit Skjolden.
Het Lustrafjord gezien vanuit Skjolden.

Om bij de camping in Balestrand te komen, zullen we met een veerboot over moeten steken. Er is een soort continue-rooster en de pontjes varen af en aan. In een klein half uur zijn we aan de overkant en rijden we naar onze volgende thuis.

Hoogtepunt 7: Bezoek aan Hardangervidda Natursenter

Omdat het weer in Noorwegen onvoorspelbaar is en je het risico loopt dat het vaak regent, kan het zijn dat je niet alles kunt doen wat je vooraf bedenkt te zullen doen. Daarom is het fijn dat er ook informatiecentra zijn die je meer vertellen over de regio, de mensen, dieren, gebruiken en het landschap. Tijdens onze reis hebben we verschillende centra bezocht. Deze zijn vaak gecombineerd met een soort openluchtmuseum waarbij karakteristieke, oude huisjes te bezichtigen zijn.

Het Hardangervidda Natursenter in Øvre Eidfjord staat bekend om een prachtige natuurfilm die er getoond wordt. Op een panoramascherm vlieg je in een half uur over het prachtige landschap, de gletsjer en de watervallen van dit bijzondere gebied. Gezien het regenachtige weer besluiten we het Natursenter te gaan bezoeken. Via enkele tunnels die ervoor zorgen dat je je oriëntatie helemaal kwijtraakt, zakken we af naar Øvre Eidfjord. We zien de Måbødalen vallei naast ons en besluiten dat we bij een volgend bezoek aan deze regio dáár een wandeling willen maken. Maar vandaag niet, het is nat en koud en hebben andere plannen.

Het Natursenter is gevestigd in een modern houten gebouw. Binnen kunnen je familieticket kopen (totaal ongeveer 30 euro) en daarvoor kun je zowel de film zien als rondlopen door het centrum en je laten informeren over dieren, leefgewoonten en het landschap. Omdat er net een film gestart is, besluiten we eerst rond te gaan lopen. Er staan veel opgezette dieren, zoals rendieren, hazen en marter-achtigen. Ook zijn er enkele aquaria waarin zalmen en forellen zwemmen. Het is allemaal en verzorgd en informatief. De kinderen vinden het leuk om aan de informatiepanelen te draaien en proberen te ontcijferen wat er allemaal staat. Helaas is alles in het Noors, Duits en Engels.

Dan is het tijd om de filmzaal te betreden. Op het enorme scherm wordt met vijf camera’s een film geprojecteerd. Het is alsof je zelf over het natuurgebied vliegt. Daardoor zorgt het beeld ook af en toe voor wat duizelingen en aan de reacties van andere mensen te horen zijn we niet de enigen die zich af en toe wat misselijk voelen. Ondanks dat worden we meegenomen in een prachtige vlucht. We zien de regio in de zomer en winter, we vliegen over de watervallen, meren en beekjes, over de Hardangerjøkulen-gletsjer en over de Hårteigen-berg. De film duurt een klein halfuur en dat is misschien maar goed ook, gezien de draaiierigheid die we voelen.

Als afsluiter steken we de weg over en bezoeken we het souvenirwinkeltje en het restaurant. Wij eten een wafel met room en jam en de kinderen kiezen voor ijs, want (weten we inmiddels) in Noorwegen is het nóóit te koud voor ijs!

Hoogtepunt 8: Wandelen op de Hardangervidda

Wij willen heel graag een van de wandelingen maken die andere Noorwegen-gangers adviseren te maken. Op het Noorwegenforum vinden we allerhande tips over mooie plekken. We verheugen ons op een wandeling in de buurt van onze camping in Voringfossen, aan de rand van de Hardangervidda, het bekendste nationale park van Noorwegen en de grootste hoogvlakte van Europa. Op de camping overleggen we met de juffrouw van de receptie over wat we zullen doen. Het weer is niet geweldig, het is bewolkt en mistig en ondanks de voorspellingen dat het een zonnige maar koude dag zal worden, twijfelen we of we de geplande route richting waterval zullen lopen. De juffrouw attendeert ons op een wandeling naar een hut op de Hardangervidda. Ze maakt ons enthousiast en we besluiten hier naartoe te gaan. Het is een route van anderhalf uur héén en anderhalf uur terug, een afstand die we alle vier prima zien zitten.  Omdat we het weer niet helemaal vertrouwen, nemen we alles mee: mutsen, sjaals, handschoenen, warme trui, windstopper-jack. We trekken wandelschoenen aan en pakken de rugzak in met eten voor onderweg. Nu de wandelstokken nog en dan kunnen we gaan.

De start van onze wandeling lijkt in het water, eh, in de sneeuw te vallen.
De start van onze wandeling lijkt in het water, eh, in de sneeuw te vallen.

We rijden met de auto naar het startpunt. Ons werd gezegd dat ergens langs weg nr. 7, de nationaal-toeristische route aan de noordrand van de Hardangervidda, een onverharde tolweg in moeten richting Tinnholen, een groot meer zo’n 10 km verderop. Aangekomen bij deze weg staat een houten hutje en een slagboom. Het is de bedoeling dat je tol betaalt en je wordt gewaarschuwd voor controles en de boetes. We proberen uit te vinden hoe het werkt en dan blijkt dat je het tolgeld (ongeveer 10 euro) in een enveloppe moet doen, daarop je gegevens schrijft en een briefje moet afscheuren en dat in de auto moet leggen. De enveloppe gaat in een soort brievenbus. Als we onder de slagboom doorrijden zien we dat het begint te sneeuwen. Hmmm…. Een goed idee om te gaan wandelen vandaag? Er was toch ook zon voorspeld? We verbazen ons over het weer en besluiten gewoon verder te rijden. Over de kiezelweg komen we nauwelijks anderen tegen. Hier en daar staat wel een tentje van wild-kampeerders. En weer is er achter iedere bocht een ander uitzicht. Wat opvalt is dat er weinig hoogteverschillen zijn. Het landschap is glooiend en kleuren grijs en mosgroen overheersen. Weer dat gevoel van ruimte en vrijheid. Ongeveer een half uur later (heel hard kun je niet rijden in Noorwegen, zeker niet op de kiezelwegen) komen we bij een parkeerplaats, aan de rand van het meer. Hiervandaan vertrekken verschillende wandelingen naar de berghutten op deze hoogvlakte. En hier start ook onze wandeling naar de Stigstuv-hut.

Bepakt en bezak, én goed aangekleed lopen we het eerste stuk van de route over een kiezelweg. We bespeuren enige teleurstelling bij de kinderen: moeten we de hele tijd over de weg lopen? Ze klimmen daarom zelf de berm in en zorgen voor een eigen avontuurlijke route. Ze zijn duidelijk gekomen voor wat meer uitdaging. Dan zien we de routemarkeerders, steenmannen met daarop een rode T geschilderd, afslaan van de weg. Yes, we gaan het veld in! Langs het pad klimmen we omhoog en kijken verbijsterd naar het prachtige uitzicht. Hier komen we voor.

De Hardangervidda met op de achtergrond de karakteristieke Harteigen.
De Hardangervidda met op de achtergrond de karakteristieke Harteigen.
Eigenlijk is er vooral mos te zien en af en toe een hele grote steen.
Eigenlijk is er vooral mos te zien en af en toe een hele grote steen.

Inmiddels is de zon gaan schijnen en geen enkele wolk geeft ons reden om bang te zijn voor regen of sneeuw. Toch staat er een straffe wind en we zijn blij dat we mutsen en sjaals meegenomen hebben. De steenmannen leiden ons over de hoogvlakte. Soms is het pad probleemloos te lopen, maar vaak worden we uitgedaagd een makkelijkste route te ontdekken. We stappen over stenen, prikken met de wandelstokken in het zompige mos om te kijken of we er kunnen staan en springen over stenen om een van de vele bergriviertjes te kunnen passeren. Dit is echt avontuur. F. loopt van enthousiasme zover vooruit dat hij ons niet hoort als we hem roepen en vragen om even te wachten. Dat wordt dus afspraken maken: tot de eerste steenman, daar op elkaar wachten en dan weer verder. Het blijkt een prima afspraak. L. doet het voorzichtiger maar passeert alle hindernissen vol trots. Omdat onze voeten regelmatig wegzakken in de nattigheid worden we steeds behendiger in het vinden van de droge route.

Onderweg is er nauwelijks beschutting; bomen en struiken zijn er niet, dus als we eindelijk een flinke steen zien, besluiten we pauze te houden. Het blijkt maar 5 graden te zijn maar door de zon en winddichte kleding voelt het warmer. Na een paar boterhammen gaan we verder. De aangegeven afstand tot de Stigstuv-hut is anderhalf uur en we zijn al even onderweg. We twijfelen of we het in die tijd gaan halen, want er is nog nergens een hut te zien. We vestigen hoop op ieder heuveltje, verwachtingsvol kijken we uit over de vlakte, maar zien niets. Dus vervolgen we het pad, en blijven getuigen van de uitgestrektheid van het gebied. In de verre verte zien we de Hårteigen, een karakteristieke, tafelberg-achtige berg die een herkenningspunt is voor velen. Aan de andere kant zien we de Hardangerjøkulen, de gletsjer die ten noorden van weg 7 ligt.

De Hardangerjokulen in de verte.
De Hardangerjokulen in de verte.

Dan zien we eindelijk de Stigstuv-hut liggen, ver in de verte, tegen een heuvel aan. De afstand is moeilijk in te schatten maar we denken dat we nog zeker een half uur aan het lopen zijn. En een half uur later lijkt het alsof de hut nog steeds even ver weg ligt. Door het glooiende landschap komen we bedrogen uit. Het blijkt nog steeds een behoorlijke afstand. Als we bij een klein meertje met daarbij een hogere berg van stenen komen besluiten we op nieuw te pauzeren en te overleggen. Inmiddels is het half vier en de hut lijkt nog steeds een half uur lopen van ons verwijderd. We drinken thee, eten een appel en besluiten dat we teruggaan. Doorlopen zou betekenen dat we diezelfde afstand ook weer terug moeten en aangezien we al aardig in de middag zijn, wordt het waarschijnlijk te laat én te ver. Enigszins teleurgesteld kijken we nog eens goed naar de hut-waar-we-nooit-kwamen en zetten de terugweg in.

Misschien dat de belofte om ’s avonds pannenkoeken te gaan eten veel goed maakt, want de kinderen lopen vlot en vrolijk door. We zingen liedjes, vertellen moppen en natuurlijk genieten we nog steeds van het machtige uitzicht. Omdat we op de heenweg hebben gezocht naar de makkelijkste routes door water en over stenen, gaat de terugweg een stuk vlotter. Ondanks vermoeidheid blijft het humeur optimistisch. Uiteindelijk lopen we binnen twee uur terug naar de auto en stappen moe maar zéér trots en voldaan in. Het niet bereiken van de hut blijkt geen enkel punt meer. Wat was dit een fantastische wandeling. En nu op naar de pannenkoeken!

Hoogtepunt 9: Bezoek aan het Vest Telemark Museum met een mini-Telemark-kanaal

Op de één-na laatste dag in Noorwegen besluiten we een bezoek te brengen aan Dalen. Dit dorp staat bekend als eindpunt van het Telemark-kanaal. Dit kanaal is ruim 100 kilometer lang en door middel van behoorlijk wat sluizen wordt een hoogteverschil van 72 meter overbrugd. Dat lijkt ons wel interessant om te zien en vanuit onze camping Flateland, nabij Valle in de regio Setesdal, is het een klein uurtje rijden. Het is een bewolkte, veelal regenachtige dag dus is het niet zo heel erg om wat langer in de auto te zitten. We rijden door uitgestrekte bossen en zien grote meren die met rivieren met elkaar verbonden zijn. De hoogteverschillen lijken kleiner dan we van eerdere routes deze reis gewend zijn, maar als we vlakbij Dalen zijn, zullen we toch echt even flink moeten… dalen.

Het beroemde Dalen hotel.
Het beroemde Dalen hotel.

Het dorp zelf is niet zo groot. Er is een prachtig houten hotel te bezichtigen, enkele gezellige winkeltjes en we vragen bij de plaatselijke VVV informatie op over het Telemark-kanaal. We krijgen te horen dat er in Dalen zelf geen sluizen zijn, wat we wel jammer vinden, maar dat de boot die door alle sluizen vaart rond 18 uur zal arriveren. Veel toeristen willen dat graag zien, maar omdat het pas rond het middaguur is, willen we daar niet op wachten. Dan attendeert de VVV-mevrouw ons op het Vest Telemark Museum, even buiten het dorp. Het is een soort openluchtmuseum mét overdekt bezoekerscentrum én een mini-Telemark-kanaal. Kinderen zouden hier hun eigen bootje door de sluizen kunnen loodsen. De kinderen zijn meteen enthousiast, dus zetten we koers richting Eidsborg, ietsje verder de berg weer op.

De staafkerk nabij het Vest Telemark Museum.
De staafkerk nabij het Vest Telemark Museum.

Bij aankomst zien we meteen een prachtige staafkerk. Wegens een bruiloft is het er druk en is de kerk niet te bezichtigen. We besluiten sowieso eerst het museum te bezoeken aangezien het dreigt te gaan regenen. Ook hier kun je familietickets kopen en betaal je ongeveer 30 euro entree voor een gezin. In het museum is veel te zien over de leefgewoonten van de mensen in de regio Telemark. Er zijn prachtig beschilderde meubels te zien, er wordt informatie gegeven over klederdrachten, zilversmeden en energieopwekking en er is een tijdelijke expositie over de traditie van de Noorse sok. Dat is weer eens wat anders.

Buiten zijn naast de staafkerk nog enkele traditionele woningen te bezichtigen en kunnen kinderen met houten balken een eigen blokhut bouwen. Ook is daar het Telemark-kanaal in miniatuurmaat nagebouwd. We huren een kleine boot, die de kinderen op het kanaal kunnen laten varen. De huur van een bootje bedraagt zo’n 5 euro. Ze beginnen bovenaan en loodsen de boot aan een touw naar beneden. Onderweg zijn meerdere sluizen te bedienen, waarbij met een sleutel de sluizen open en dicht gezet kunnen worden. Al snel hebben ze door in welke volgorde het gaat. Het blijkt een geduldig klusje, zeker als ook andere kinderen met hun bootje en de sluizen bezig zijn. Stap voor stap overbrugt de boot het hoogteverschil en beneden aangekomen wordt de boot over land weer terug naar het beginpunt gebracht. Het leukste is het natuurlijk als iedereen een eigen boot kan laten varen, maar daardoor is het drukker op het kanaal en moet er lang gewacht worden. Door samen een boot te delen, worden er onderling afspraken gemaakt, taken verdeeld en afwisselend de sluizen bediend. De kinderen vinden het erg leuk om op deze manier iets meer te weten te komen over de werking van sluizen. Wie weet gaan we bij een volgend Noorwegen-bezoek ook kijken bij het échte Telemark-kanaal.

Hoogtepunt 10: Watervallen, watervallen, watervallen

We hebben ze niet geteld maar we hebben gedurende 2,5 week tientallen watervallen gezien, in alle soorten en maten: groot, klein, smal, breed, hoog, in een rivier, vanaf een berg, dubbel, driedubbel en zelfs zevendubbel. Met name de hele hoge en brede watervallen blijken voor de kinderen het meest spectaculair. Het geluid van de razende rivier is soms oorverdovend. Omdat we relatief veel regen hebben deze periode, zijn de watervallen extra groot. En dat maakt het allemaal nét even wat leuker. Trek wel je bergschoenen aan, want rondom de watervallen is het vaak rotsig en glad door de natte stenen. In de reisbeschrijving van Scanbrit worden enkele watervallen genoemd en ook op de kaart van de ANWB worden de bekende watervallen aangeduid.

De meest indrukkwekkende watervallen zetten we graag even op een rijtje.

Bij de Ridderspranget is een kloof waar het water met grote kracht doorheen geperst wordt. Of het een echte waterval is, is niet bekend, maar als je er vlak bij staat zie je wel hoeveel kracht er wordt verzet. Het verhaal gaat dat een ridder met zijn geliefde heeft willen vluchten voor zijn belager en daarom met zijn paard (en geliefde) over deze kloof is gesprongen. Wij kijken naar het woeste water en besluiten dat we het hem niet zullen nadoen. De kloof is te voet te bereiken (5 minuutjes lopen) vanaf een parkeerplaats, die gelegen is aan een zijweg van weg 51, door de Jotunheimen, van Fagernes naar Vågåmo.

Onderweg naar Ridderspranget langs weg 51.
Onderweg naar Ridderspranget langs weg 51.
Het smalste deel van de Ridderspranget.
Het smalste deel van de Ridderspranget.

De Zeven Zusters en de Bruidssluier, beide te zien vanaf het water bij een bezoek aan het Geirangerfjord. Je zult dus de boot op moeten!

De Pollfoss- waterval ligt direct achter een houten hotel met dezelfde naam. Het hotel is ook zeer bezienswaardig, zowel van binnen als van buiten, en heeft een Nederlandse eigenaar. Je kunt te voet vanaf de parkeerplaats van het hotel of je rijdt iets ten zuiden van het hotel de weg in die je naar de waterval brengt. Vanaf de brug over de waterval zie je goed hoeveel kracht het water heeft. Het water kleurt ijsblauw.

Pollfoss.
Pollfoss.
Pollfoss Hotel.
Pollfoss Hotel.

Langs weg 55 (Sognefjellvejen, zie hierboven) zijn verschillende watervallen te zien. De meest opmerkelijke is die net iets ten noorden ligt van de Fantesteinen. De waterval loopt zo onder weg door en spat je auto nat.

Langs weg 610, de Gaularfjellet, tussen Gaular en Hestad, ligt voor de verandering een hele brede waterval. Ook hier parkeer je de auto om met 5 minuutjes lopen bij de waterval te komen.

Iets verderop langs de Gaularfjellet, nu weg nummer 13, vind je de Likholefossen. Op veel borden langs de route staat deze waterval aangeduid, waarschijnlijk door de prachtige brug die is aangelegd. Het geluid is weer oorverdovend. Parkeren kan vlakbij de waterval.

De brug over Likholefossen.
De brug over Likholefossen.
De Likholefosse dit keer zonder brug.
De Likholefosse dit keer zonder brug.

Verder naar het zuiden, langs dezelfde weg 13 (Myrkdalsvegen) daal je af langs enkele haarspeldbochten. Deze afdaling wordt vergezeld door één lange waterval. Iedere bocht geeft er een andere kijk op en beneden aangekomen heb je prachtig zicht op de weg die water heeft afgelegd. Ook zie je hier in een smalle rotsspleet een andere prachtige waterval naar beneden komen.

Myrkdalsvegen. Als je goed kijkt zie je rechts de haarspeldbochten.
Myrkdalsvegen. Als je goed kijkt zie je rechts de haarspeldbochten.

Net boven Voss, langs weg E16, ligt een van de meest bekende watervallen, de Tvindefossen. Het is een spectaculaire val die smal begint en over stenen trappen zich steeds verder verbreed. Jammer genoeg zijn er veel toeristen die hier een stop maken en staat de parkeerplaats vol met touringcars.

De drukte bij Tvinnefossen.
De drukte bij Tvinnefossen.

Vlakbij Eidfjord, lang weg nummer 7 naar Geilo, vind je een enorme waterval die van verschillende kanten kunt bekijken. De Vøringsfossen is ook een van bekendste watervallen en ook hier staan de bussen zij aan zij op de parkeerplaats. Je kunt te voet middels een wandeling door Måbødalen tot aan de voet van de waterval lopen maar je kunt ook vanaf twee uitzichtpunten het water van bovenaf bekijken. Wij kozen voor het uitzichtpunt nabij het Fossli hotel. Er is een metalen pad met hek aangelegd om alle mensen op een veilige manier de waterval te kunnen laten zien. En gezien de enorme hoogte én de vele rotsen en stenen is dat maar goed ook…

Voringfossen. Deze waterval is zo groot dat hij eigenlijk niet op een foto past.
Voringfossen. Deze waterval is zo groot dat hij eigenlijk niet op een foto past.
De onderste helft van de Voringfossen.
De onderste helft van de Voringfossen.

Tot slot de Latefoss, een dubbele waterval die onder de doorgaande weg doorgaat. Deze is gelegen aan weg 13, de Ryfylkevegen, ten zuiden van Odda. Het zicht op de waterval met de brug is prachtig en karakteristiek, maar helaas is het ook hier erg druk. De parkeermogelijkheden zijn beperkt en zijn direct aan de doorgaande weg gelegen. We hebben daarom de kinderen goed aan de hand gehouden.

De Latefossen gaan onder een prachtig aangelegde weg door.
De Latefossen gaan onder een prachtig aangelegde weg door.

Natuurlijk is deze lijst nog lang niet compleet en zijn er nog zoveel meer, en waarschijnlijk nog veel mooiere watervallen te zien. We maken goede voornemens en herhalen maar weer: als we terugkomen, dan willen we er nóg meer zien. Wel gaat de voorkeur dan uit naar de minder toeristische, waar je eerst een stuk voor moet lopen en waar je (als het lekker weer is) lekker kan blijven zitten om te genieten en te spelen.

Is een rondreis in Noorwegen leuk met kinderen?

En zo dromen we alle vier verder. De kinderen net zo goed als de ouders. Wat vooraf niet voorspellen is, is of kinderen een vakantie in Noorwegen net zo kunnen waarderen als volwassenen. Het is veel in de auto zitten, minder kans op mooi weer, minder kans op vriendjes op de campings. Maar als we nu aan de kinderen vragen of we nog een keer teruggaan, zeggen ze allebei volmoedig: Ja! En dus beginnen we ons al te verheugen op een volgend bezoek. Wanneer maakt niet uit, maar we weten zeker dat we teruggaan.

Annemiek, dank je wel voor je uitgebreide en prachtige blog over je rondreis Noorwegen met kinderen!

En jij, zou jij een rondreis Noorwegen met kinderen ook zo fantastisch vinden?

Ben je enthousiast geworden? Dit zijn de leukste familiereizen in Noorwegen:

Toch een combinatie maken met Zweden en/of Denemarken? Dan zijn de volgende rondreizen een uitstekende keuze:

Ook de volgende organisaties hebben rondreizen met de auto, die mogelijk ook geschikt zijn voor gezinnen met kinderen:

Liever zelf je vakantie regelen? Dan zijn de onderstaande links handig:

Meer lezen

Op zoek naar meer info over Noorwegen en andere Scandinavische bestemmingen? Klik & kijk voor meer inspiratie:

KidsErOpUit is te volgen op FacebookInstagram en X (voorheen Twitter).

5 REACTIES

  1. Wat leuk, ik herken echt heel veel! Ik ben in 1997 (bijna 20 jaar geleden!!) toen ik nog bij NBBS-reizen werkte met Bureau Scandinavia (wat nu dus Scanbrit heet) naar Noorwegen, Zweden en Denemarken geweest en ik zie zoveel bekende plekken. Omdat ik van warmte hou, vaak voor iets goedkopere bestemmingen ga en geen auto heb zou ik het niet snel met mijn kinderen overwegen, maar de natuur is schitterend!

  2. Bedankt voor de inspiratievolle beschrijving. Met mijn twee pubers ga in de zomer een rondreis maken, ook in hutjes, ook met de boot. Na jullie verhaal er nog meer zin in!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.